Master Sporting Clays: FITASC-tips en -technieken in Nederland
Als je zelfverzekerd bent op een English Sporting-parcours maar FITASC nog wat mysterieus vindt, ben je niet de enige. In deze aflevering van ShotKam werkt Jonny Carter van TGS Outdoors samen met FITASC-schutter en coach Josh Brown om te laten zien wat deze internationale discipline onderscheidt van de rest – van regels over het aanleggen tot de mentale uitdaging van verschillende doelpresentaties. Bekijk de volledige aflevering hieronder en zet ondertiteling aan via de knop ‘CC’ om mee te volgen in jouw taal.
FITASC versus Sporting Clays
Sporting Clays-parcoursen bestaan doorgaans uit 100 doelen verdeeld over 12 stations, waarbij elk station twee verschillende duiven presenteert. Je kunt een mix tegenkomen van "on-report" en "true pairs" en je kunt schieten met een vooraf aangelegde, half-aangelegde of volledig vrije houding – wat voor jou het meest natuurlijk aanvoelt.
FITASC (Fédération Internationale de Tir aux Armes Sportives de Chasse) daarentegen kent strengere regels en vereist meer mentale focus. Een standaard FITASC-wedstrijd bestaat uit vier lay-outs, ofwel "parcours", met elk 25 doelen. Binnen elk parcours vind je vijf unieke doelpresentaties. Je schiet op elk doel vanaf drie verschillende schietposities, "hoops" genoemd, wat betekent dat je hetzelfde doel vanuit meerdere hoeken benadert. Dit verhoogt de complexiteit zonder het aantal doelen te vergroten.
Verschillen in aanleggen en timing
De grootste aanpassing voor de meeste schutters die overstappen op FITASC is de lage-aanleg-regel. De volledige kolf moet onder een lijn op het schietvest beginnen, 25 centimeter vanaf de bovenkant van de schouder, en moet contact maken met je lichaam voordat je "pull" roept.
Vooraf aanleggen is niet toegestaan. Schutters mogen pas aanleggen wanneer de duif zichtbaar is, wat nauwkeurige timing en techniek vereist. Bij "on-report", "true pairs" en "Rafael pairs" mag je tussen de schoten door aanleggen, maar niet ervoor.
Tip van de pro: Begin laag, beweeg vloeiend en forceer de aanleg niet. Wacht tot je het doel duidelijk ziet.

Het belang van planning
Een FITASC-parcours met 100 doelen kan tot 60 unieke doelpresentaties bevatten verspreid over meerdere hoops. Dit vereist veel visuele geheugenkennis, voetplaatsing en richtpunten.
Josh wijst erop dat parcoursontwerpers je proberen te misleiden met trap-achtige of schuin aankomende doelen. Bij Sporting Clays kun je deze vaak vooraf aangelegd schieten. Bij FITASC werkt dat niet, want timing is cruciaal. Als je te laat of te vroeg aanlegt, mis je visuele aanwijzingen of ga je te snel voorbij het schotmoment.
Tip van de pro: Elke hoop is ontworpen om je uit je comfortzone te halen. Neem de tijd om richtpunten en breekpunten goed in beeld te brengen.
Voetwerk en opstelling
Bij FITASC is voetplaatsing alles. Je kunt vijf totaal verschillende singles krijgen vanuit één hoop, dus gebruik de volledige ruimte. Lijn je schouders uit met het geplande raakpunt van elk schot. Let op waar het doel het beste breekt voor jou en pas je houding hierop aan.
Tip van de pro: Forceer je houding niet. Bouw je positie rond het breekpunt in plaats van andersom.
Snelheid en controle
Josh benadrukt dat de snelheid van aanleggen per doel kan verschillen, vooral bij doelen met een lage hoek. Omdat de kolf ver onder de schouder begint, moet alles in één vloeiende beweging omhoogkomen. Als je loop bij de voorbereiding te hoog is, schiet je eroverheen. Als hij te laag is, raak je uit lijn.
Hier komt ShotKam goed van pas. Deze legt vast wat je ogen mogelijk missen, zoals de looppositie en hoe dat het schot beïnvloedt. Door de beelden terug te kijken, kunnen schutters fouten in loopcontrole herkennen en verbeteren.
Tip van de pro: Bij doelen zoals teal en konijn, begin lager dan je denkt. Laat de loop natuurlijk omhoog komen door het doel.

Singles, dubbels en Rafaels
Bij FITASC bekijkt de schutter elke single twee keer en draait vervolgens langs vijf doelen, van A tot E. Elke hoop test je voorbereiding: voetpositie, richtpunt, visuele waarneming en timing.
Bij dubbels, inclusief Rafaels, draait alles om de overgang. Rafael pairs werpen dezelfde duif twee keer achter elkaar zonder een tweede "pull". Het eerste doel vereist misschien een bepaalde houding, terwijl het tweede een snelle draai of aanpassing nodig heeft.
Tip van de pro: Reken niet op het tweede schot. Plan om het doel met het eerste te raken, en herpositioneer je indien nodig snel.
Tot slot
FITASC is een uitdaging voor lichaam en geest. Jonny en Josh laten zien hoe kleine aanpassingen in timing, houding en aanleggen een groot verschil kunnen maken. Met ShotKam die elk moment vastlegt, krijg je een slowmotion-weergave van wat er echt gebeurt bij het schot – of het nu een treffer of een misser is.
Je leest:



